Inhoudsopgave
2 Over mijn werk, over vrijheid en integriteit… een tekst van Mia Zaat
1. tekst van Kunstenaar Cecile van Spronsen Sytstra. 22 april 2007.
Kleur en ruimte zijn in het werk van Mia de twee peilers waarmee zij haar landschappelijke composities opbouwt. Je zou kunnen zeggen dat Mia’s werk voortkomt uit een kleur-
Mia schildert in kleur een ruimtelijke ervaring op het doek en andersom creëert zij vanuit een ruimtelijke beleving kleur. In het werk van Mia worden kleur en ruimte als het ware componenten van eenzelfde orde die zij als gelijkwaardige compositorische elementen ineen schuift. Zij vlecht ze harmonisch tot een vanzelfsprekende – ik zou zeggen: tot een vanzelfogende – werkelijkheid van het landschap.
Het buiten zijn, het observeren en het bestuderen van het landschap reiken Mia -
Ook over het kleurgebruik van Mia valt veel te zeggen. Opvallend is het stralende karakter van de kleur die je vanaf het doek tegemoet treedt. En ik verzeker u dat dit altijd voor iedere kunstenaar een moeilijk raadsel is. Wanneer je in een verftube knijpt verschijnt er weliswaar een sterke en heldere kleur, die zich eenmaal op het doek uitgestreken voordoet als een nogal harde toon. Dat de kleuren van Mia helder zijn gebleven, stralen en warmte afgeven alsof ze rechtstreeks uit de plantenwereld van haar landschappen afkomstig zijn, getuigt van groot vakmanschap. Mia heeft de kleur van zijn natuurlijke tubehardheid ontdaan, terwijl het hele arsenaal van heldere kleurkracht overeind blijft, aanwezig blijft. Mia geeft de kleuren een zodanige behandeling dat ze gaan stralen. Dat is pas echt met kleur toveren! Kleuren die zich vervolgens in haar landschappen voegen.
Van harte wens ik u toe dat Mia’s antwoord op het landschap – in schilderijen en objecten binnen en op mobiele panelen in de tuin -
En, Mia, jou wens ik van harte héél veel succes toe!
Cecile van Spronsen Sytstra
2.Over mijn werk,over vrijheid , integriteit en de kunstwereld…
Van Mia Zaat……..febr. 2007
Sinds 1980 ben ik als Vrij Beeldend Kunstenaar werkzaam.
Na 4 jaar Academie Den-
ook monumentale projecten. Ik zie het kunstenaarsschap als een vrijplaats waar je er naar streeft grenzen te verleggen. Naar welke richting en in welke vorm grenzen worden verlegd, wordt bepaald door je persoonlijke keuze, interesse en vakmanschap. Maar het is ook een kwestie van persoonlijke verantwoordelijkheid.
Grote veranderingen in onze cultuur zijn mede veroorzaakt door de grensverlegging in wetenschap en kunst.Gegeven de vrijheid in onze westerse wereld kan die grensverlegging alle kanten op. Hetgeen dan ook gebeurd in Kunst en Wetenschap.
Maar bestaat er in onze samenleving echte vrijheid, bestaat er echte vrijheid voor de kunstenaar? Bestaat er in de kunstwereld niet een dwang tot grensverlegging, grensverlegging om de grensverlegging? En hoe zit het eigenlijk met de druk van de commercie op de kunst en de kunstenaar? Wat is de invloed van het grote geld op de aard van de gepresenteerde kunst?
Raakt de kunst niet gecorrumpeerd door commercie en trends?
Ik heb altijd al een haat-
Ik vraag mij vaak af waarin de integriteit ligt van het hedendaagse kunstgebeuren.
Een vertwijfeling, van tijd tot tijd, over de banaliteit van de achterliggende motieven maar ook van de kunstwerken zelf kan me aangrijpen. Menig kunstenaar zegt dat hij niet streeft naar schoonheid maar naar waarachtigheid .Kunst moet shockeren, dat is de ware kunst. Aan menige kunst recensie ligt die visie ten grondslag.
Naar mijn idee stelt de kunstwereld haar eigen integriteit nauwelijks ter discussie. Binnen de kunstwereld ziet men zichzelf als integer en de maatschappij als burgerlijk en bekrompen . De kunst moet de maatschappij bevrijden van haar bekrompenheid. Bij haar grensverleggende kunstactiviteiten zijn alle middelen geoorloofd, De vrijheid van de kunstenaar staat boven de wet en die vrijheid legitimeert al zijn/haar handelen.
Een sociaal geëngageerd kunstenaar stelt zich tot taak om de samenleving een spiegel voor te houden. Hij rechtvaardigt zijn eigen beelden dan met de stelling dat hij maatschappelijke situaties aan de kaak stelt. In feite promoot hij veeleer de tendenties in de samenleving waarvan hij beweert dat hij ze aan de kaak stelt. Ik denk hierbij aan de Santa Claus van P. Mc Carthy te Rotterdam. Is dit beeld geen opportunistische leugen van de betrokken kunstwereld en symptomatisch voor het gebrek aan integriteit van de gehele sector?
Demoraliseert de kunst en de kunstcontext onze samenleving?
Vormt zij een speerpunt in een proces waarbij zij zelf niet in staat is in te zien waarop die speerpunt is gericht. ? Of dat die speerpunt gericht is op een toekomst die maatschappelijk ongewenst is?
Is de waan van de dag niet sterker dan het reflecterend vermogen van de kunstwereld?
Voor als nog laat ik het een open vraag.